13 mei 2015
Een van de oorzaken van vallen is onjuist en onveilig gebruik van ladders en trappen. Ladders en trappen mogen alleen worden gebruikt
op de wijze en voor het doel waarvoor ze gemaakt zijn (zie hiervoor altijd de
handleiding). De werkgever die zijn werknemers op een ladder of trap laat
werken is verantwoordelijk voor de technische staat ervan. Hij moet zich ervan
overtuigen dat de ladder of trap periodiek is geïnspecteerd. We maken onderscheid tussen:
· Controle door de gebruiker met behulp
van controlelijsten van de producent/leverancier.
· Periodieke inspectie door daartoe
opgeleide deskundige.
Controle
door gebruiker
De gebruiker wordt door zijn direct
leidinggevende geïnstrueerd over het uitvoeren van de controle aan de hand van
controlelijsten.Voor ieder gebruik moet de ladder of trap “op
het oog” (visueel) worden gecontroleerd aan de hand van een controlelijst van
de producent en/of leverancier. Aandachtspunten daarbij zijn onder andere:
· De inspectieperiode (1x per jaar) is
niet overschreden.
· Ladders en trappen zijn vrij gemaakt van
vuil, verf, modder, sneeuw/ijs, vet e.d.
· Aanwezigheid van deugdelijk
antislipprofiel onderaan de bomen en geen zichtbare sporen van slijtage of
schade aan sporten of ladderbomen, beslag, beugels of opsteekhaken
Gebruik geen ladder of trap als deze:
· uitwendig is vervormd (verdraaid of
scheef), en voorzien van tijdelijke reparaties;
· sterk is aangetast of gecorrodeerd;
· niet compleet is.
Gebroken, versleten of onherstelbaar beschadigd
klimmaterieel moet direct worden vernietigd.
Periodieke
inspectie
Ladders en trappen moeten periodiek, maar ten
minste één maal per jaar, door een deskundige worden geïnspecteerd op slijtage,
vervorming, scheurvorming en correct functioneren van de verbindingen. Bij
intensief gebruik en/of overmatige slijtage, moet dit vaker gebeuren.
Een daartoe opgeleid deskundige moet de
inspectie uitvoeren. De deskundige mag in dienst zijn van het eigen bedrijf,
maar kan ook worden ingehuurd bij een leverancier, producent of een
onafhankelijk bureau. In geval van positieve beoordeling, wordt het
arbeidsmiddel gewaarmerkt (bijvoorbeeld met een sticker) en is dan geschikt
voor gebruik.
De deskundige moet een inspectie- of
keuringsrapport opstellen. Afgekeurde ladders en trappen mogen niet meer worden
gebruikt. Geconstateerde gebreken moeten door de leverancier worden hersteld.
Zie ook de SBD-toolbox: Werken met ladders
|